Bij mensen met autisme werkt de informatieverwerking in de hersens op een andere manier. Zo vertelt een informatiepagina van google over autisme. De meeste mensen zien de wereld als een film, maar de mensen met autisme zien de wereld als een stapel losse foto’s, zij zien minder samenhang.
In elke klas kan een kind met autisme zitten. Lees het onderstaande verhaal van de juf en het kind. De vraag aan de lezer: Wie kijkt ‘naar de losse foto’s’ en kan van de observaties geen geheel maken? De juf of het kind?
Dit is het verhaal van de juf. “Ze was zes en deed toen al niet mee met de andere kinderen op het schoolplein. Ze stond bij het hek dat grenst aan de tuinen van de omliggende huizen. Het leek ook net alsof zij de andere kinderen niet zag. Ze keek zo ‘glazig’. Af en toe draaide ze zich om naar de tuinen en dan weer terug. Zo typerend voor haar! Een onbegrijpelijk kind. Wanneer we haar vertelden om uit die hoek te komen en lekker te gaan spelen, liep ze zwijgend een stukje met de juf mee. Ik kan als juf niet steeds maar op haar letten en voordat ik het door had, stond ze weer in die hoek! Ze draaide zich naar het plein en weer naar de tuinen…toen vonden we het al vreemd wat ze deed en vroegen ons af: wat is er toch met haar aan de hand?! En nu is ze negen jaar. In de klas zegt ze niets. Ik heb nu een hele grote groep: 38 kinderen. Ik weet niet of ze wel door kan naar groep 5, want ze kan ook niet lezen. Elke keer wanneer ik klassikaal lezen doe, weet ze niet waar we zijn. En soms zit ze voor zich uit te dromen en te staren naar een ander kind. Griezelig! Ik ga binnenkort op huisbezoek, want dit kind moet dan maar naar het speciaal basisonderwijs…ze is denk ik wel autistisch…dat is duidelijk.”
En dan nu het verhaal van dit meisje. “Ik stond in de hoek van het plein bij de tuinen. Wanneer ik me naar de kinderen draaide, die op het plein speelden, hoorde ik hun stemmen heel duidelijk. En wanneer ik me omdraaide naar de tuinen…was het stil. Hoe kan dat, vroeg ik mij af? Gaat geluid dan niet door de lucht om je heen? Ik blijf het nog steeds fascinerend vinden. Helaas kon ik dit onderzoekje nooit lang doen, want dan kwam er een juf, die me weg joeg. Ik liep dan even met ze mee en dan ging ik weer terug. Ze hadden gelukkig te weinig interesse in mij, zodat ze me al gauw met rust lieten. Ik ben nu negen jaar. En ik weet nu hoe is het is om mijn vriendin Rosalind te zijn. Ik heb heel lang naar haar gekeken en me toen ‘in haar verplaatst’ . Dat ging heel gemakkelijk en was wel spannend. Ik weet nu hoe zij zich voelt. Als ik dit ook bij andere kinderen en dieren kan, dan begrijp ik de wereld. Dan lijkt het of ik gedachten kan lezen en dan horen we allemaal bij elkaar.
En de boeken op school zijn erg saai. Soms moeten we klassikaal lezen en dan lees ik het boek uit, terwijl de rest met hun vingertje bij de regel is. Daarom weet ik niet waar we zijn gebleven, maar dat maakt mij niets uit. Ik zeg gewoon niets. De juf vraagt niet hoe het komt, dus zeg ik niets. Pas wanneer ik een goede vraag krijg, zeg ik hoe het zit. Ik vind het wel jammer dat er op school geen spannende boeken zijn. In de bibliotheek wordt het nu ook een probleem. Ik lees al vanaf mijn zesde 10 boeken per week. Ik ga woensdag 2 leesboeken halen en 3 dierenboeken. Die breng ik zaterdag weer terug en neem 5 andere boeken mee. Nu ben ik weer ‘uit de kast voor 9-jarigen’. Ik zal mijn moeder vragen om opnieuw aan de bibliotheek-juffrouw te vragen of ik naar de kast voor 10 jarige mag. Ik hoop het maar …want de schoolboeken zijn zo saai”.