“Integratieve Kindertherapie blijkt nog steeds de meest effectieve resultaten te geven van alle therapieën die er zijn voor kinderen, “ leg ik elk jaar uit aan aankomende collega’s in het werkveld. Zo’n uitspraak roept natuurlijk allerlei vragen op. Gelukkig maar, want nieuwsgierigheid naar bewijzen en het elkaar uitdagen om beweringen te onderzoeken maakt ons tot goede hulpverleners. De meest gestelde vragen zijn: Hoe kan het dan dat EMDR (of een andere populaire methode) bij mijn cliëntje zo goed heeft gewerkt? En wat heeft intergra…integratie… integratieve therapie dan meer of beter dan de rest? En gedragstherapie dan…die behandelingen zijn evidenced based. Waarom werk je niet met vaststaande bewezen protocollen? Wat betekent ‘integratief’ eigenlijk?
Het antwoord is heel simpel. We werken niet met protocollen, omdat ieder kind anders is. Ieder kind heeft een andere achtergrond, andere manier van denken, andere manier van problemen ervaren en oplossen. Kortom: ieder kind is uniek en verdient een unieke begeleiding. Jaren geleden was ik op zoek naar de zienswijze van kindertherapieën. En het eerste wat mij opviel waren de namen: in geen enkele therapie voor kinderen werd het woord ‘kinderen’ gebruikt. Ik las over speltherapie, gedragstherapie, praattherapie. Waar zijn de kinderen gebleven waar het om gaat? En verder las ik trotse berichten over 80% succes bij gedragstherapie. En die 20 % andere kinderen…waar moeten die naartoe?
Dat zijn er heel veel! Ik ontdekte dat therapeuten voor kinderen in sommige gevallen wel ‘cliënt centered’ werken. Bij nader onderzoek bleek dat te betekenen: de cliënt staat centraal. Wat dat precies in de praktijk betekende wist ik nog niet. Door de enorme hoeveelheid therapieën voor kinderen (een stuk of 350 alleen al in Nederland) kwam ik er niet meer uit. Een overstijgende blik was nodig. Ik ontdekte dat er zes verklaringsmodellen zijn, waarvan uit alle therapieën in te delen zijn: stress-model, medisch model, gedragsmodel, psycho-dynamisch model, transpersoonlijk model en communicatiemodel. Dat gaf al wat meer zicht op de hulpverlening voor kinderen, maar nog was dat onvoldoende. De klachten van kinderen bleven daarin centraal staan en niet de kinderen met hun hupvraag. Gelukkig was Jan Rademaker, ontwikkelaar van de Integratieve Psychotherapie en directeur van de Nederlandse Academie voor Psychotherapie in Amsterdam, druk bezig met een geheel nieuw inzicht. “Is het mogelijk om de cliënt werkelijk centraal te zetten en de behandeling geheel te baseren op diens wensen?” vroeg hij zich af. Hij ontdekte dat de manier waarop mensen hun probleem aanpakken steeds op dezelfde manier plaats vindt. Zoals heling en de bijbehorende verkleuring van een blauwe plek altijd op dezelfde wijze verloopt, zo heeft de geestelijke heling ook een eigen vast verloop. Met de kennis verkregen door zijn werk met volwassen cliënten kwam hij tot een ‘Veranderingsschema’ dat hij het ‘Ken-schema’ noemde. Werkend met dit Ken-schema kan ik kinderen helpen met elk probleem dat ze hebben met uitzondering van fysiek aantoonbare storingen (stoornissen), kinderen waarvan de ouders de verandering van hun kind tegen gaan en gesloten gezinssystemen. De Integratieve Kindertherapie die ik vervolgens ontwikkelde zet niet het kind centraal als in ‘client centered’, waarbij de therapeut het kind volgt. Als Integratieve Kindertherapeut werk je ‘cliënt based’, waarbij de begeleiding gebaseerd is op het kind. Wat zijn de interne en externe hulpbronnen? Op welke manier houdt het kind het probleem in stand? Welke oplossingen heeft het zelf al geprobeerd? Op grond van de interne structuur stemt de kindertherapeut af op het kind. Zodra die duidelijk is neemt de Integratieve Kindertherapeut de leiding met het kind als kompas. Voortdurend bijsturend en met als richting ‘de kortste route naar het zelfgekozen doel’ zoals deze door het kind is gecommuniceerd. Kinderen communiceren met woorden, met spelen, en ook met zwijgen en darten of zwaard vechten. Het maakt de Integratieve Kindertherapeut niet uit. Die is volledig afgestemd op de wens van het kind (het eigen doel is leidend) , de manier waarop het kind aangeeft geholpen te willen worden (van praten tot spelen) en de middelen die het wil gebruiken (van pistolen tot poppenkast). De meeste kinderen hebben aan 8 sessies genoeg. Daar waar het kind vast zit ontstaat beweging.
Bij Integratieve Kindercoaching en – Counseling is het doel groei: het kind breidt mogelijkheden uit door de pijn op te lossen. Met Integratieve Kindertherapie help je kinderen zelfs zware traumatiek op te lossen: dat wat het leven zwaar en vreselijk maakt wordt opgelost en het nieuwe fijne gevoel wordt geïntegreerd. Het begrip ‘integratief’ heeft dus betrekking op de beweging die het kind maakt (volgens het veranderingsschema) en niet op het integreren van allerlei therapieën. Met deze overstijgende werkwijze kun je 98 % van de kinderen helpen.