Kinderen hebben recht op het onderwijs wat bij hen ‘past’. Wanneer je daar vanuit gaat zal elk onderwijs aan kinderen vraag-gestuurd moeten zijn i.p.v. aanbod-gestuurd, zoals het in de meeste gevallen nu is. En met de ‘vraag’ van het kind bedoel ik niet een letterlijke vraag, zoals ‘kun je me helpen bij rekenen’. Dat is me te simpel, te eenvoudig en te kortbij.
De vraag die ieder mens naar mijn idee wil beantwoorden is ‘hoe word ik gelukkig?’. En dat is geen eenvoudige zaak. Welke eigenschappen, vaardigheden en kennis heb je nodig om zelfs maar te kunnen ontdekken en navoelen wat voor jou ‘gelukkig zijn’ betekent? Er zijn trainers die ‘geluks-lessen’ geven. Het is een begin, maar wat mij betreft zou de hele lesdag doordrongen moeten zijn met alles wat je nodig hebt om in de toekomst gelukkig te worden en vooral nu gelukkig te zijn. Zijn onze leerkrachten en docenten in staat om de voorwaarden te scheppen waardoor de kindergroep zich ontwikkelt tot een gelukkige klas waar individuen ruimte krijgen om gelukkig te zijn? Wordt er tijd ingeruimd op de PABO om aankomende leerkrachten te helpen om gelukkig te zijn , zodat zij het ‘gelukkig voelen op school’ kunnen demonstreren? Wat mij betreft hoort passend onderwijs het hoogste doel na te streven: het persoonlijk geluk van ieder individu. Het geven van kennis en informatie over menselijke ontwikkeling en relaties, educatie op emoties en gevoelens zijn middelen, waardoor kinderen hun eigen geluk nu en later mogen en kunnen nastreven. De zaakvakken als ‘kapstok’ in plaats van als belangrijkste lesonderwerpen die voortdurend getoetst worden.
Wanneer ik in het land op een school een lezing, studiedag of training geef, hoor ik voortdurend van leerkrachten over hun machteloze en ongelukkige gevoel. Gedreven mensen met een groot hart voor kinderen, die hun energie verliezen aan het steeds maar weer moeten bewijzen dat de kinderen (wat betreft de zaakvakken) op koers zijn. En laten we wel wezen: er is geen mens die later gelukkig is geworden doordat hij de tafel van 7 kan opzeggen. Men heeft het gevoel dat er geen tijd is om kennis of vaardigheid om het hoogste doel (hoe word ik gelukkig) te integreren in de lesdag. Menselijk geluk hangt samen met hoe je in het leven staat, hoe je problemen en tegenslagen overwint. Het wantrouwen en de tegenwerking op scholen vanuit de overheid is voor veel goede leerkrachten echter te veel. Zij stappen gedesillusioneerd uit het onderwijs.
Gelukkig voelen heeft vooral te maken met hoe jij alle kanten van jezelf hebt omarmd. Ook of wellicht juist die kanten in jezelf waar jij of anderen een oordeel op hebben. De overheid zou daarin het lichtend voorbeeld moeten zijn. Laten we eens kijken naar de laatste ‘slimme’ actie van de overheid ten behoeve van zijn jonge burgers. De verplichte rekentoets. Deze toets is een terugkeer naar de veroordeling op dat wat heel veel mensen niet kunnen: rekenen. Jonge mensen, die uitstekend geschikt zijn voor bijvoorbeeld het kappersvak, struikelen over de rekentoets. Hun menskwaliteiten als belangstelling voor de klant en liefde voor het vak wordt als minder gezien dat het vermogen om een rekentoets te behalen. Wat een armoe van degenen die dat besloten hebben! Een kortzichtig standpunt dat voorbij gaat aan de kwaliteiten van mensen en het persoonlijk leed dat zo’n regeling veroorzaakt.
Al jaren ben ik er een voorstander van om bij alles wat we kinderen aanbieden op scholen het onderwijs te toetsen aan de vraag “wat heeft dit kind aan dit lesaanbod later in zijn of haar leven?” En wees eerlijk naar jezelf als leerkracht, ouder of begeleider: hoe vaak zou je daar ‘niets’ of ‘weet niet’ op moeten zeggen? Hoeveel middelbare scholieren struikelen tegenwoordig over het verplichte examen wiskunde? De wiskunde toets had ik in elk geval nooit gehaald. En dan was ik niet in de gelegenheid geweest om dat te doen waar ik goed in ben en waar mijn hart naar uit gaat: kinderen helpen om gelukkig te zijn op school, in het gezin en in hun toekomst.